Blog post

Op reis... naar het onbekende...

Terug naar overzicht

Op reis…
naar het onbekende

Daar ging ik dan.
In het jaar achter me was ik zo vaak al uitgenodigd om telkens weer buiten mijn comfortzone te stappen.
En nu vakantietijd.
In januari leek het nog zo'n goed idee om op reis te gaan deze zomer.

Voor het eerst alleen met de jongste twee kinderen.
In een camperbusje op reis.
Zonder plan. Met alleen maar onze intuïtie en gevoel.
Wat zou er gebeuren als we op deze manier zouden gaan rijden?
Waar zouden we uitkomen?
Wat zouden we meemaken?

Ik had niet kunnen bedenken wat er omhoog zou komen.

Misschien was het wel logisch ook, eigenlijk. Achteraf gezien.
Ik ging opnieuw mijn eigen grenzen opzoeken.
Niet bewust, maar het was wel wat het was.

Het was én een prachtig avontuur.
Én het was ook confronterend.
Want oh, mijn overleefsysteem ging opnieuw vol aan. In de overdrive misschien wel.
Het deed alles om me veilig te houden.

Terwijl ik reed, stuur in mijn handen op de snelweg in Duitsland, op weg naar het Zuiden, naar de Bodensee, en naar – wat allemaal later bleek – het meer van Neuchatel, Chamonix, en Annecy, met één van de jongens naast me en de andere achterin,
voelde ik de golven van verdriet door me heen gaan.

En natuurlijk… de jongens voelden het ook.

Het was alsof mijn overleefsysteem alles in het werk stelde om me te laten stoppen, om terug te keren naar de veiligheid van het bekende.
Want tsja, er was sowieso in mijn leven zoveel op zijn kop gegaan, zoveel al onbekend. En dan dit er nog bij? Echt?

Maar ik was onderweg. Ik reed daar. In die bus.
Er was geen weg meer terug.
Niet in de reis.
En niet in mijn emoties.
Ik besloot het maar gewoon toe te laten.

Ik zag rechts naast me en in de achteruitkijk spiegel vier vragende ogen.
Ik duidde het maar, want tsja, ervoor weglopen ging in zo’n busje ook niet.

‘Ja, lieverds, mama heeft wel eens zo’n golfje. Die komt dan. Verdriet. En dan gaat ie ook weer. Het is goed. Het is alleen maar goed, want het is spannend wat we doen en dit hoort er helemaal bij. En het goede nieuws… er zit altijd een mooie boodschap in het golfje, dus laten we het er maar laten zijn.’

Ze begrepen het wel.

We lieten het er maar zijn.
Mijn verdriet.
En ook hun verdriet.
Om het missen van papa, en het eigenlijk ook wel thuis willen zijn.
We willen én op reis zijn én thuis zijn. Het werd zo duidelijk.

Maar we waren nu hier.

En we gingen. Op ons gevoel. Op onze intuïtie.
En het mooie?
Daar waar we op gevoel heen wilden gaan, was precies dat ene plekje voor ons nog beschikbaar.
Precies dat ene plekje bij het water.
Precies dat ene plekje voor de nacht.

Dit patroon herhaalde zich:
telkens als ik losliet en me overgaf aan het moment,
bleek er precies te zijn wat we nodig hadden.

Zucht. Laten zijn wat is. En overgave.
Dan ontstaat er een avontuur voorbij het overleefbrein.
Dan ontstaat het echte léven.

Ja, en dit is toch echt wat ik wil:
Het niet weten.
Vertrouwen.
Overgave.
Ontdekken.
Avontuur.

Kortom:
Léven.

Met alles erop en eraan:
the good, the bad, the ugly and… the oh so beautiful.



De spiegel van emoties

Ik weet het wel.
Alles in mijn buitenwereld is een reflectie van mijn binnenwereld. De 'buitenwereld' is alleen maar een feedbacksysteem. Mijn realiteit creëer ik van binnen. En de buitenwereld toont me wat er in mij leeft. En dus zijn mijn kinderen mijn grootste spiegels. Het is zo interessant om zo te kijken. Vooral wanneer je 12 dagen met z'n drietjes in zo'n kleine ruimte op ontdekkingsreis bent. Want oh, wat komt er dan veel omhoog. Zo was mijn vakantie eigenlijk opnieuw een helingsreis. Ik had 'm niet aan zien komen, terwijl.. thuh, Eef... ik had het kunnen weten.

De jongens zijn mijn spiegels.
Alles wat ze voelen, alles wat ze uiten, reflecteert mijn eigen innerlijke wereld. De buitenwereld is niet meer dan een feedbacksysteem, een spiegel die me toont wat er diep vanbinnen speelt.

Tijdens de reis waren ze verdrietig, misten ze papa, en wilden ze naar huis. Constant vroegen ze: 'Gaan we weer naar huis? Wanneer gaan we naar huis? Zijn we al in Nederland?'
Hun vragen waren eindeloos, en ik voelde hoe het mijn eigen verdriet naar boven bracht.
Rijdend in de bus, met Levi naast me en zijn broer achterin, kwamen de golven van verdriet opnieuw opzetten.
Want het was pittig.

Ik had de stap gezet, buiten mijn comfortzone geïnvesteerd in de vakantie, daar reed ik dan en zij… ze wilden alleen maar naar huis.
Lekker bezig, Eef.
Mijn Judge vond er wat van: ik had heel veel geld kunnen besparen, want op deze manier…

Ja, ik had weer een golfje.
En ik liet het komen.
Het was alsof het verdriet van de jongens, hun heimwee, mijn eigen diepere verlangens naar thuis weerspiegelde. Wat miste ík eigenlijk? Ja, thuis. Thuis.
Heel eerlijk? Ik voelde het. Heel diep van binnen wilde ik ook wel naar Huis.
Wat doe ik hier op deze Aarde? Op deze plek die zo vaak vreemd aanvoelt? Waarom kan het allemaal niet iets makkelijker?
Het is niet dat ik echt wil gaan. Nee, zeker niet, maar ik mocht erkennen wat er is.
Erkennen dat een deel in mij ook echt heimwee heeft.
Heimwee naar iets veel groters.
Ja, zo is het.
Dit kwam allemaal boven drijven.

Levi snapte het inmiddels al, haalde zijn schouders op en mompelde terwijl hij uit het raampje keek: "Oh mama heeft weer een golfje."

Maar terwijl ik die gevoelens doorvoelde, begon er iets te verschuiven. Na een paar dagen van intens verdriet, begon ik iets anders te voelen.
Liefde.
Het stroomde meer en meer door me heen. En het grappige was, precies op dat moment begon Levi een beetje sjans te krijgen met een meisje op de camping.
Een reflectie van de hernieuwde, diepere ontluikende liefde die ik voor mezelf en voor het leven voelde.

Het is zo'n feest om op deze manier naar het leven te kijken.
Om met het leven te praten.
En dus eigenlijk; met mezelf te praten.
De wijsheid die me gespiegeld wordt, is zo prachtig.
Het leven wordt zo intens mooi hiervan.

Zoals de reis zelf ook steeds meer ontspannen, mooi en avontuurlijk begon te voelen.
De jongens werden rustiger, want ik werd rustiger.

Ik was erdoorheen.
Ik had het toegelaten.
En ik was er nog.
Ja, tsjonge. Ik was meer levend dan ooit.

Met mijn voeten in het meer van Annecy voelde ik het. Pfoei. Ik ben er.
Ik ben hier. En ik ben Thuis tegelijkertijd.
Ik ben geaard, geankerd, én ik voel alle mogelijkheden om te vliegen.

Precies zoals de ballon die op het moment van deze inzichten boven mijn hoofd dreef.

Ja. Het Leven praat met me.

And I love it!

  

Het dakje eraf

Toen we net aan de reis van Annecy weer richting Nederland waren begonnen,
leek het me een goed idee om de bus nog even ergens te parkeren.

Totaal niet denkend aan de lage doorgang én aan het nog openstaande ventilatiedakje hoorde ik zo'n geluid waarvan je dan direct weet wat er mis gaat.
Shit.
Het dakje.
Kak.

Maar tsja.
Het is wat het is.
Tape zorgt er in ieder geval voor dat we droog in Nederland aankomen en voor de rest...
Hoe sneller ik het kon accepteren,
hoe sneller het inzicht kwam:

Het dakje symboliseert mijn eigen dak.
Mijn beperkende verhalen, mijn beperkende overtuigingen, de structuren en systemen waarin ik mezelf zo lang had vastgehouden.
Op heel veel verschillende manieren is dat allemaal losgeweekt in de afgelopen jaren.
Het was een spannend en beangstigend proces, omdat ik vol in onbekend terrein stapte, voorbij het dakje.

Maar voorbij het dakje ligt de oneindige nieuwe ruimte, met oneindige mogelijkheden.
Dus het dakje eraf was eerst een schrikmoment, maar eigenlijk was het een reflectie van een proces dat al lang gaande was.
Een proces van loslaten, van het openbreken van mijn oude zelf en het openen naar iets nieuws. Ik zag het al snel als een prachtige bevestiging van mijn proces, van al het moois dat zich aan het ontvouwen is.

Na mijn eerste overleefreactie van mezelf op mijn kop geven, en mezelf nog even angst aanjagen over de kosten die dit nu weer met zich mee zou brengen, voelde ik ook de diepere boodschap.
Misschien is wel niets wat het in eerste instantie lijkt.

Want als alles een reflectie is? Welke reflectie is dit dan?

Mijn teken dat ik weer door een dakje heen ben gebroken.
Dat ik weer in een next level was beland.
Het dak eraf. Om te ontdekken hoe groot ik werkelijk ben.
Wat een compliment.

En tsja, zo terugkijkend kan je dit zien. Alsof je vanuit de luchtballon een veel ruimer en grootser perspectief hebt.
Dat is heel fijn.

En het opschrijven en delen, is voor mij ook zo ontzettend waardevol.
Zit je er midden in, dan verlang ik de helderheid van de overview maar is die er nog niet. Er dan mee kunnen zijn, alles doorvoelen wat er gevoeld wil worden en weten, diep van binnen weten, dat mijn upper limit weer omhoog aan het gaan is. Naar nog meer ruimte, nog meer lucht, nog meer plezier, nog meer leven, nog meer liefde, nog meer mezelf... dat blijft keer op keer op keer het allergrootste cadeau.

En daar, voor dat proces, maak ik hierbij een diepe buiging.
Naast de verbinding met de jongens,
de prachtige herinneringen die we mochten maken samen,
was dit waar de reis voor mij over ging.

Ja, dáár ging de reis over; het weer dieper ervaren van deze magie.

En hoe oncomfortabel het soms voelt als mijn emoties me een prachtige boodschap komen brengen:

I wouldn't want to have it any other way.